De Italiaanse hoogleraar Guglielmo Verdirame is niet mals voor de Europese Unie. Als de eurozone en EU verder integreren betekent dat het einde van de democratie. Brexit is nog maar het begin van het einde, aldus Verdirame.
De Italiaanse prof Verdirame was onderzoeker aan Harvard en Columbia University en doceert vandaag rechtsgeleerdheid aan het voorname King’s College in Londen. Volgend jaar verschijnt van zijn hand het boek ‘De Grenzen van de Staat’....
“Het Europese project zoals het nu is gestructureerd, kan niet samengaan met zelfbestuur en democratie”, zo waarschuwt hij. De Britten vertrekken. Wie zijn de volgenden? Verdirame wijst naar Frankrijk, een land met nog een sterk zelfbewustzijn. “De Fransen zullen niet langer een verzwakking van hun democratie en zelfbestuur blijven accepteren. Eurosceptische kandidaten kwamen bij de presidentsverkiezingen nu al bijna aan 50 procent van de stemmen.”
Veel economen focussen op de euro, maar de muntunie is in de eerste plaats een politiek project. En politiek loopt alles momenteel alles behalve democratisch. De machtsoverdracht gaat veel te ver, zo klinkt het.
“Het bepalen van de rente en de controle over de productie van geld zijn belangrijk voor zelfbestuur. De publieke opinies in Frankrijk, Italië en Griekenland zijn erg in verwarring over de euro. Men wil in de euro blijven én nationale soevereiniteit behouden. Die twee dingen zijn niet te verenigen. Of de democratie vernietigt de euro of de euro vernietigt de democratie.”
Straffe taal, maar professor Verdirame legt uit: “De euro moet worden ontmanteld. De eurozone moddert voort omdat niemand de stekker er uit trekt. Dat kan niet doorgaan. De schuld van Griekenland is hoger dan in 2009, de economie van Spanje zit nog onder het niveau van 2007 (het begin van de crisis) en Italië heeft sinds de euro-introductie geen groei gekend.”
Verdirame benadrukt verder dat er een democratische controle moet komen op de productie van geld. De Europese Centrale Bank, zo zegt hij, koopt momenteel obligaties van bedrijven op, zoals Volkswagen. “Willen we dat wel?”, zo klinkt het retorisch.
Bron: Elsevier – Economie